Toeval van het mooiste soort. Happy accidents. Littekens zonder wond. Tatoeages zonder inkt. Zo zie ik muziek die je op jonge leeftijd te horen krijgt. De ene post-kleuter wordt op een besneeuwde berg gezet en liefdevol naar beneden geduwd. De ander krijgt de voorraad technisch lego van zijn ongeïnteresseerde buurjongetje. Ik kreeg bandjes met muziek. Muziek gemaakt voor volwassenen. Maar ‘jong geleerd, oud gedaan’ geldt niet alleen voor sport of wetenschap. Het geldt ook voor de kunsten. De muziek die ik te horen kreeg als kind gaf mijn leven richting. En doet dat nog steeds.

We noteren New Gold Dream (81, 82, 83, 84). Het album van de Simple Minds dat ik in 85 te horen krijg. Negen jaar oud en net mijn enkels verzwikt. Het plan was om met de nieuwe Lolobal onder de voeten van de keukentrap te springen en vervolgens in één elastische beweging op het dak van de schuur te landen. Maar het leven bleek ook die dag geen cartoon. 

In plaats van op de schuur lig ik maar weer eens naast mijn verzameling cassette bandjes. Even geen zin in The Police. En Doe Maar is letterlijk stuk gedraaid. Dan maar de nieuwste Maxel XL II tape van mijn broer Bob.

Radiocassettedeck naast het hoofdkussen. 

Benen omhoog.

Ogen dicht.

Someone Somewhere (In Summertime)

Tot op de dag van vandaag lijkt het eerste nummer voor mijn gevoel een fractie te laat te beginnen, wat de anticipatie alleen maar voedt. Wanneer eenmaal van start is een goed begin hier meteen ook het hele werk. Geen opmaat. Geen aanloop. Geen non-descripte soundscape om de sfeer te zetten. Nee, de voordeur van New Gold Dream kent geen gang of hal, laat staan vestibule. Je belandt meteen in de woonkamer. Ergens is het zomer. Maar hier zijn de luiken dicht. 

Brilliant days, wake up on brilliant days

Shadows of brilliant ways will change all the time

Memories, burning gold memories

Cold of day memories change me in these times

De muziek onthult het midden tussen plechtstatige duisternis en naïeve hoop. Inmiddels weet ik dat dat te maken heeft met de brug die het album slaat tussen het postpunk-verleden en de stadionpop-toekomst van de band. Op de eerste albums was Jim Kerr naar eigen zeggen nog te veel fan (van met name Joy Division). Met New Gold Dream vond hij zijn eigen geluid. Het heeft de glans van de synthpop- en new romantic-beweging van begin jaren tachtig, maar blijkt in de kern een schaduwspel van weemoed en twijfel.

Colours Fly And Catherine Wheel

Liggend op mijn bed aan de Smissenhaag had ik hier allemaal geen weet van. Te jong voor de bigger picture van popmuziek. De Engelse taalvaardigheid beperkt tot ‘de do do do de da da da’ en ‘obla di obla da’. Mijn referentiekader was het plafond. Bleef dat een afgebladerd geheel van vergeeldheden dan kon de betreffende tape terug naar de betreffende broer. Vlogen de kleuren in het rond en ontvouwden zich er voor mijn ogen Where The Wild Things Are-achtige taferelen dan hadden we te maken met een liefde voor het leven.

Catch a boy. Fell. Falling

Fall in love. Fell. Falling.

Catch a boy. Fell. Falling.

Fall in love. Fell. Falling.

Catch a boy. Fell. Falling.

Out of the Sky

Promised You A Miracle

De allereerste 12” die ik zelf kocht was Promised You A Miracle. Met op de b-kant Theme From Great Cities. Allebei nummers die gedragen worden door bijtende baslijnen. Allebei nummers die nog steeds overeind blijven op iedere dansvloer. Promised You A Miracle had niet misstaan op een ander album uit dat jaar, The Lexicon Of love van ABC. Het is met al zijn soul-elementen het meest poppy nummer van New Gold Dream en daarmee ook de eerste in een reeks van 21 achtereenvolgende Britse top 40 hits voor de band. Belofte ingelost!

Iets minder goed opgedroogd is de videoclip van Promised You A Miracle. Met uitzondering van de zakdoek om de nek van Jim Kerr (op 1.37) natuurlijk.

Big Sleep

Ook mijn allereerste optreden was van de Simple Minds (MECC Maastricht 1989). Het maakte indruk op meerde vlakken tegelijkertijd. Bronstig helemaal vooraan staan bij het begin. Angstig helemaal achteraan staan na nog geen minuut. De massa. Het volume. Maar veel tijd voor intimidatie was er niet. Het gejuich tijdens het intro van Big Sleep vergeet ik nooit meer. De synthesizer die ik zo associeerde met mijn eigen jongenskamer werd nu omarmd door duizenden uitzinnige mensen. In een dystopisch congrescentrum. 

Het meeste indruk maakte de duik van Jim Kerr. De zanger viel tegen het eind van de show van het podium en moest weggedragen worden door beveiliging en crew. Het was naast een shock voor een devoot fan meteen ook mijn eerste ervaring met Nederlands gezelligheidsfascisme, want het duurde niet lang of het publiek ontstak in een massaal “oléhé, olé, oholé, olé”.  Gelukkig bleef het hier niet bij, want na een minuut of twintig van vertwijfeling kwam de band alsnog terug en zette Jim Kerr voorzien van bebloede hoofdband de laatste toegift in: “Alive and Kickiiiiing!”

Somebody Up There Likes You

Instrumentaal nummer in het hart van het album. Maar alles behalve een filler. Nergens hoor je beter hoe mooi het album geproduceerd is. Steve Lillywhite was eerste keuze voor productie, maar bleek niet beschikbaar. Het label stelde vervolgens Martin Rushent voor. De band koos uiteindelijk zelf de negentienjarige Peter Walsh, vanwege zijn werk met Heaven 17. Op Somebody Up There Likes You laat de latere producer van acts als Pulp en Scott Walker horen geen woorden nodig te hebben om de gouden droom te materialiseren. 

New Gold Dream (81 82 83 84)

Over woorden gesproken. Ik heb nooit uitgeblonken in songteksten. Ze vallen me alleen op als ze uitzonderlijk goed zijn (The Smiths) of heel slecht (Veldhuis & Kemper). Verder is zang voor mij als een instrument. Ondergeschikt aan het liedje. Zeg nou zelf “Maybe I just wanna fly. Want to live, but don’t wanna die.” is niet heel sterk toch? En zeg nou nog een keer zelf, maakt het Live Forever van Oasis ook maar een seconde minder monumentaal? 

Net als met een instrument neurie ik altijd maar wat mee. Naar tevredenheid bovendien. Totdat ik een paar jaar geleden eens probeerde op te zoeken wie die Eddie One, Eddie Two, Eddie Three en Eddie Four toch waren en niets dan schaamte mijn deel bleek. 81, 82, 83, 84 is de subtitel van het album (zie de hoes!) en als gevolg ook de subtitel van de titelsong van het album. Nota bene het liedje dat ik misschien wel het meest voor een dansvloer gedraaid heb (vooral in de German 12” remix uit de link hieronder). Nooit Eddie One aan 81 gekoppeld. Maar wie maakt zich druk om tekst wanneer die synths over je heen beginnen te rollen en de punkfunk beat eenmaal neerstort?

Ook de schaamte voorbij weet ik nog steeds niet of Jim Kerr hier nou opent met ‘love love love’ of een vorm van ‘la la la’? Whatever! I just wanna fly!!!

Glittering Prize

De baslijn op de voorgrond (afgekeken van New Order). De zorgvuldig geplaatste gitaaraccenten van Charles Burchill. De synthesizer als canvas. Ook hier zijn alle vertrouwde muzikale elementen aanwezig.  En toch is dit nummer een wat vreemde eend in de bijt. Want niet hunkerend of verlangend of hoopvol, maar ronduit vrolijk. Glittering Prize is het nummer dat het duidelijkst vooruit wijst naar evergreens van de toekomst als Don’t You (Forget About Me). Een latere compilatie zou dan ook Glittering Prize 1981 – 1992 gaan heten. Maar gek genoeg zonder dit gelijknamige nummer. En wellicht nog gekker, zonder nummers uit 1981 of 1992! 

Hunter At The Hunted

Favoriet nummer tussen favoriete nummers. Het begin is van een West End Girls achtige grootsheid. Je verwacht verheffende discopop. Je krijgt verheffende discopop. Je denkt niet meer nodig te hebben. En dan breken plots de beats. Hoor je het postpunk verleden van de band die ooit Johnny & The Self-Abusers heette. Maar voordat je ze zou kunnen betrappen op gemakzuchtige zelfreferentie, heeft de band al Herbie Hancock uit de ruimte naast hun eigen studio geplukt. Er mistte nog iets. Of hij niet hier of daar een solo wou spelen?

Dit zelfvertrouwen hoor je ook terug in de zang van Jim Kerr. Niet zo verstopt als op eerdere albums, maar ook nog niet zo dwingend megalomaan als op toekomstige albums. Een megalomaanheid waar de Schotse zanger later in zijn carrière zelf expliciet afstand van zou nemen. Wat hem vandaag de dag toch vooral doet denken aan de voormalig master trader die meer bezig is met zijn moestuin dan de onverbiddelijke regels van het kansspel. Meer het karakter van Brad Pitt in The Big Short dan -om maar eens iemand te noemen- Bono.

King Is White And In The Crowd

Op King Is White And In The Crowd is goed te horen waarom New Gold Dream de voornaamste inspiratiebron was voor U2’s Unforgettable Fire. Met name het productiewerk van Brian Eno en de delicate gitaartinten van The Edge halen hier de mosterd. Met zijn ruim zeven minuten is het nummer gevoelsmatig meer ambient dan synthpop. Meer een droom dan een daghap.

Het is het nummer wat me het meest terug brengt naar mijn jongenskamer. New Gold Dream maakte de wereld groter. Het geheim zit volgens mij in drie woordjes uit de single Promised You A Miracle. Een zinsnede die het gevoel vangt dat het album mij nog steeds onverminderd weet te geven. Graag geef ik daartoe het slotwoord aan Jim Kerr die in een interview met Louder uitlegt hoe hij tot die drie woorden kwam:

I always loved the German director Werner Herzog, and he had a movie at the time called Fitzcarraldo [about a deranged effort to, among other things, haul a steamship over a mountain in the Amazon basin]. In the film, actor Klaus Kinksi’s anti-hero declares: “It’s only dreamers who ever move mountains.” And that line brought me out of my seat. I loved the romance of that. I loved the madness in it. And that line’s not a kick in the arse away from ‘Everything is possible’.

4 reacties Op “Simple Minds. New Gold Dream. Een Album Om Nooit Te Vergeten.”

  • Jaike mei 12th, 2021 14:01

    Leuk om te lezen en heel herkenbaar. Zo ging het bij mij ook, als nakomertje luisterde ik ook naar de opgenomen bandjes van mijn broers en zus. De 1 had wel een iets ‘betere’ smaak dan de ander, de muziek varieerde van BZN, Maywood, Abba, A-Ha, Marillion, Bruce Springsteen tot aan Urban Dance Squad 🙂

    Wij hebben Mirthe en Tristan ook niet aan typische kindermuziek blootgesteld, K3 kennen ze niet eens. Maar oom Anne (Soldaat), Alamo Race Track en Neil Young e.v.a. kunnen ze van voor tot achter meezingen. Opvoeden valt niet mee, en de helft van de tijd doen we maar wat, maar dit was een bewuste keuze en ik hoop dat ze ons daar later dankbaar voor zijn.

    Het ga je goed! Groetjes Jaike

  • Marcel Verspeek mei 12th, 2021 14:47

    Wat fantastisch mooi beschreven! Het hele album weer zitten luisteren, eveneens terugzwevend naar vroeger tijden. Muziek doet veel met me, goede tekst ook, en de combinatie in deze Mijmering vormt een nieuwe, gouden droom. Dank!

    ps: leuke popquizteamnaam, Eddie 1, 2, 3 en 4 🙂

    ps2: ik opteer voor Love, Love, Love.

    Groet, Marcel

  • Hans ter Maat mei 14th, 2021 11:42

    Heel herkenbaar. Dit album is prachtig. Samen met de volgens (sparkle in the rain) zijn dit voor mij de Simple Minds. Het markeert een middelbare school periode. Ik luister nog steeds graag!

  • Lord Marco John januari 16th, 2024 15:55

    Mooi verwoord!
    Dit is 1 van de mooiste albums ooit gemaakt.
    in de 80’s: heb ik de vinyl versie 2x gekocht, reden; Kapot gedraaid.
    In de 90’s : Uiteraard de CD versie gekocht
    In de 00’s ; Gedownload, opnieuw gebrand.
    in de 10’s : YouTube
    Nu staat dit album in mijn Spotify-list
    En nog steeds luister ik ernaar…… 40 jaar lang.

    Ik luister/kijk nog steeds vaak naar optredens van Simple Minds, ze blijven briljant.
    aanrader; life versie van “Hunter and the Hunted” ( https://www.youtube.com/watch?v=PeZT9KS5V2k )

    En als halve Schot zijnde ben ik ongelofelijk trots op deze Schotse band dat ze zulke mooie dingen hebben gemaakt.
    Het album ‘Sparkle in the rain’ is ook van hoge kwaliteit.
    Na die albums werd het wel wat minder, zoals ‘Don’t You….’ was niet om aan te horen en ging ook helaas de bassist Derk Forbes uit de band. Nu zijn alleen Jim Kerr en Charlie Burchill over (ook de oprichters van de band)

Laat een reactie achter