Vaak vraag ik me af hoe een clubnacht in de middeleeuwen eruit had gezien. Sinds afgelopen vrijdag weet ik het. Zelden zo’n voluptueuze, epicurische, wellustige, ongepolijste, canailleuze avond meegemaakt. Met dank aan De Studio. En Brabant. Waar altijd nog licht brandt. En het bier in elkaars haar belandt.
Het was de derde editie van Studio FOUR. Een avond in de geest van mijn podium op Best Kept Secret, Stage FOUR. Wat de pot schaft, daar dans je op.

Aan het plafond van De Studio hangt een grote vier van spiegels, zelf gemaakt door de boeker. Aan de bar hangt één bezoeker. Of ik ook “lang zal ie leven” heb? Zijn broer komt zo binnen met negentien vrienden. “Je mag het ook zelf zingen”. Ik bedank vriendelijk voor het vertrouwen en leg het komende uur nog negentien keer uit wat er zo mooi is aan Phosphorescent en dat ze voor “meezingers en glijers” naar elke willekeurige andere bar in de straat kunnen. Vind ik echt niet erg.

Wel erg is het dat er verder helemaal niemand bij komt. Tot half twee is de in mijn gezicht blazende rookmachine de enige zekerheid. Een lokale journalist vraagt wanneer het begint. Ik antwoord “drieënveertig jaar geleden” waarop ook hij het pand verlaat. Come Inside van Lou Phelps & KAYTRANADA lijkt me een ideaal moment om even uitgebreid naar de wc te gaan. Mijn VJ kan het bevestigen (ja toch, Wouter Oome?), want niemand gaat dit anders geloven, maar als ik terug kom staat de dansvloer helemaal vol.

Het is alsof er in het centrum van Tilburg een gigantische kazernebel afgegaan is, de pauze die het leven heet afgelopen is en iedereen besloten heeft dat bij mij te komen vieren. Als wärs das letste mal. Vanaf de eerste seconde worden er hier geen gevangenen genomen. Wel drankjes. De tap loopt als Usain Bolt op nieuwe schoenen en de acute evenredigheid van zuipen en dansen is indrukwekkend. Het woord boutique-festival is hier niet uitgevonden, maar je hoeft niemand uit te leggen hoe een goede tijd te hebben.

Ondertussen wordt mijn dj-booth door de drukte steeds verder naar achter geduwd, waardoor ik op een gegeven moment volledig in het donker sta. Staan er nou twee vrouwen aan mijn koptelefoon te likken? Uit de lucht valt een (overgaande!) telefoon op het mengpaneel. Een van de vrouwen neemt op en verdwijnt in de dansende menigte. Het enige wat hier nog ontbreekt is een everzwijn aan het spit.

De middeleeuwen beginnen me langzaamaan wel te bevallen. Gejuich bij BROCKHAMPTON. Gesmeek om de Talking Heads. Het publiek is een mix van Best Kept Secret bezoekers, random nachtvlinders en vertrouwde St. Paul dansers. De Amsterdam Arena zal ik voorlopig niet vullen, maar elke vaste kop die op de meest onverwachte plekken opduikt, ontroert me iedere keer weer.

De avond nadert alweer zijn einde. Een van mijn favoriete rappers staat te dansen op Leon Bridges. Tevreden neem ik nog maar eens een slok uit mijn fles gekoeld kraanwater. Deze veldslag is gewonnen. Het was kort, krachtig en kletsnat bovendien. Van het bier, maar ook van de inmiddels lekkende rookmachine boven het podium. Terwijl het personeel vakkundig de ravage aan het opruimen is, komt de bewuste jarige naar me toe:

“Zelde zonne roaaare muziek gehoord man, maar twas dun beste verjoaaaardag ooit!”

(ps deze video móest erbij, ook in de Nijmeegse Honig Fabriek afgelopen zaterdag was het weer de enige juiste afsluiter)

Laat een reactie achter